• 24/7
  • 18 talen
  • 25 erkenningen
  • 82 locaties
  • 6.500 certificaten/jaar
  • Klanttevredenheid 9,1
  • Online inschrijven

Preventieadviseur niveau 1 ism Amelior

Behaal je officieel diploma preventieadviseur niveau I


WAT KRIJG JE IN DEZE OPLEIDING PREVENTIEADVISEUR NIVEAU 1?

Safety Culture

De aanvullende vorming van de preventieadviseur niveau I is modulair opgebouwd en omvat 2 verplichte modules: 

1. Multidisciplinaire basisvorming:

Deze training is noodzakelijk voor iedereen die een degelijke basiskennis van het preventiegebeuren wil verwerven.

Sinds het Koninklijk Besluit van 17 mei 2007 moet elke preventieadviseur ongeacht de specialisatie, over dezelfde basiskennis te beschikken.

De cursusmodules zijn gericht zijn op de praktijk en doorweven van de principes van de wet. 

De deelnemers komen in contact met de sociale partners en andere actoren binnen het bedrijf.

Deze multidisciplinaire basisvorming is het verplichte gezamenlijke traject voor de eindspecialisaties tot:

De multidisciplinaire basisvorming is bedoeld voor alle toekomstige preventieadviseurs, ongeacht de specialisatie.

Maar staat los van de basiscursus Preventieadviseur niveau III.

Klik hier voor een volledig overzicht rond de verschillende niveau's van preventieadviseur.

2. Specialisatie module tot preventieadviseur niveau 1:

Deze specialisatiemodule is het tweede deel voor wie het wettelijke opleidingsniveau Preventieadviseur Niveau I wil behalen.

Iedere deelnemer voor deze training dient eerst geslaagd te zijn voor de multidisciplinaire basisvorming.

In deze specialisatiemodule worden de thema's, die eerder in de multidisciplinaire basismodule aan bod kwamen, diepgaander bestudeerd.

Multidisciplinaire basisvorming (minimum 120 uren)

In de multidisciplinaire basisvorming verwerft de kandidaat preventieadviseur onderstaande vaardigheden en kennis:

VEREISTE VAARDIGHEDEN

  1. In teamverband meewerken aan een gezamenlijke interdisciplinaire en coherente benadering van het beheersen van de risico’s voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn
  2. Leiding geven, communiceren, coachen, onderhandelen en overtuigen
  3. Op een wetenschappelijk verantwoorde wijze informatie verzamelen en verwerken
  4. Anderen, los van hun niveau, kunnen vormen om hun eigen welzijn te integreren
  5. Opgedane kennis en vaardigheden in praktijksituaties toepassen

VEREISTE KENNIS

Inleiding

  1. Kennis van primaire, secundaire en tertiaire preventie
  2. Kennis van primaire, secundaire en tertiaire interventie
  3. Kennis van methodes voor opsporing, analyse en diagnose
  4. Kennis ivm. multi-disciplinariteit en interdisciplinariteit
  5. Kennis van het algemene wettelijk kader rond welzijn op het werk

Basisprincipes

  1. Basiskennis van humane en sociale aspecten, organisatie van het werk, employability, organisatie en communicatieculturen
  2. Basiskennis van menselijke anatomie, fysiologie en psychologie
  3. Basiskennis van de juridische aspecten i.v.m. welzijn op het werk
  4. Basiskennis van de economische aspecten i.v.m. welzijn op het werk
  5. Kennis van de taken, verantwoordelijkheden, statuut, beroepsethiek, en deontologie van de verschillende actoren in het preventiebeleid: werkgever, hiërarchische lijn, werknemers, preventieadviseurs
  6. Basiskennis van andere aspecten die een invloed hebben op het welzijn van de werknemers: milieu,...

Opsporen van de risico's

  1. Kennis van de globale en participatieve benadering van het werksysteem
  2. Kennis van risicoanalysetechnieken en basiskennis i.v.m. epidemiologie
  3. Kennis van arbeidsanalyse en studie van de werkomstandigheden
  4. Kennis van arbeidsongevallen en beroepsziekten
  5. Kennis van gegevensverzameling (klachten, afwezigheid, stress, geweld…) en gegevensverwerking (statistiek, epidemiologie)

Inleiding tot de analyse en preventieprincipes van de specifieke preventiedisciplines

  1. Basiskennis van arbeidshygiëne
  2. Basiskennis van arbeidsgeneeskunde
  3. Basiskennis van omgevingsrisico's
  4. Basiskennis van chemische, biologische en fysische agentia: belasting, comfort, PBM,...
  5. Basiskennis van fysieke en mentale belasting
  6. Basiskennis van werkplekinrichting, antropometrie, ergonomie, …
  7. Basiskennis van psychosociale risico’s en beroepsstress
  8. Basiskennis van arbeidsmiddelen
  9. Basiskennis van brandpreventie en elektrische risico's

Preventie en welzijnsbeleid

  1. Kennis van de structuren in het preventiebeleid: interne en externe dienst, Comité, EDTC
  2. Kennis van het dynamisch risicobeheersingssysteem, globaal preventieplan, jaarlijks actieplan, 
  3. Kennis van vorming en van informatie aan werknemers en hiërarchische lijn
  4. Kennis van de organisatie van de eerste hulp van slachtoffers van een ongeval of die onwel worden en van de maatregelen te nemen in geval van een ernstig en onmiddellijk gevaar
  5. Kennis van de coördinatie van de preventieactiviteiten
  6. Basiskennis van communicatie-, consultatie-, overleg-, informatie-, motivatie- en animatietechnieken
  7. Kennis van vergadering- en rapporteringstechnieken
  8. Kennis van samenwerkingsmogelijkheden met en informatievoorziening door organisaties en instellingen: inspectiediensten, adviseurs, arbeidsongevallenverzekeraars, wetenschappelijke instellingen, werknemers- en werkgeversorganisaties,... 

Specialisatiemodule tot preventieadviseur niveau I (minimum 280 uren)

Op het einde van de specialisatiemodule tot preventieadviseur niveau I heeft de kandidaat preventieadviseur de vaardigheden en kennis verworven zoals hieronder opgesomd: 

VEREISTE VAARDIGHEDEN

  1. Bekwaam zijn om de gevaren en risicofactoren op te sporen die bedoeld worden in artikel 5 van de wet, zoals die in ondernemingen van groep A aanwezig kunnen zijn, deze risico's te analyseren en te evalueren en de noodzakelijke maatregelen voor te stellen om ze uit te schakelen of zoveel mogelijk te verminderen
  2. Bekwaam zijn om arbeidsongevallen te analyseren en de oorzaken te achterhalen teneinde de krachtlijnen van het welzijnsbeleid te ontwikkelen en een doeltreffend en efficiënt dynamisch risicobeheersingssysteem te kunnen voorstellen
  3. Bekwaam zijn om de evolutie te kunnen volgen van het veiligheidsniveau van installaties gedurende hun levensloop, en bijgevolg bekwaam zijn om een analyse te kunnen uitvoeren van gelijk welke bestaande installatie
  4. Bekwaam zijn om de elementen van welzijn op het werk te integreren in kwaliteitszorgsystemen en andere managementsystemen van het bedrijf
  5. Bekwaam zijn om het technisch en administratief beheer van het welzijnsbeleid te kunnen ontwikkelen en organiseren, in het bijzonder met betrekking tot het Comité

VEREISTE KENNIS (INCLUSIEF WETENSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING)

  1. Algemene kennis van arbeidshygiëne, ergonomie en psychosociale aspecten van het werk
  2. Kennis van strategieën voor risico-evaluatie en -beheer
  3. Kennis van toepasselijke reglementering, wetgeving en veiligheidsnormen
  4. Kennis van de logistieke aspecten van het welzijnsbeleid: beheer van de preventiedienst, aankoop, indienststelling, …
  5. Kennis van strategieën i.v.m. opleiding, informatie en communicatie
  6. Basiskennis van veiligheid- en gezondheidsmanagementsystemen en van kwaliteitszorg
  7. Basiskennis van internationaal en Europees welzijnsbeleid

SPECIFIEKE DOMEINEN

  1. Kennis van specifieke risicoanalysetechnieken
  2. Kennis van mechanische risico’s, machinerichtlijn, nieuwe technologieën
  3. Kennis van elektrische risico’s
  4. Kennis van chemische agentia (opslag, transport, behandeling, etikettering, afval)
  5. Kennis van fysische agentia (geluid, trillingen, warmte/koude, …)
  6. Kennis van zware risico’s, noodplanning
  7. Kennis van veiligheid in de procesindustrie
  8. Kennis van brandpreventie, explosiegevaar
  9. Kennis van veiligheid bij bouwwerken, werven, tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
  10. Kennis van de veiligheid van gebouwen (security)

GEEN WOORDEN, MAAR DADEN!

  • Volledige dag training duurt standaard 7 uur, tenzij anders vermeld
  • Deze training wordt georganiseerd door onze partner Amelior (erkenning MB 11/03/22)
  • Toelatingsvoorwaarde: bachelordiploma van een universiteit of van hoger onderwijs op universitair niveau
  • De organisatie en omkadering van de aanvullende vorming van niveau I zijn van universitair niveau
  • Theoretische training aangevuld met oefeningen en casestudies en eventueel een bedrijfsbezoek

Het opstellen van een eindwerk met verdediging voor een jury maakt deel uit van de evaluatie.

  • De evaluatie omvat:
    • Het testen van de kennis en het inzicht in de leerstof
    • Het opstellen van een eindwerk waarmee de cursist aantoont de opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk te kunnen toepassen.
    • De verdediging van het eindwerk voor een multidisciplinaire jury, waarop de bevoegde ambtenaren van de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk worden uitgenodigd

WAT ZEGT DE WET?Wat zegt de wet

"Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk.

Hoofdstuk II.- De aanvullende vorming niveau I en II  (Codex boek II, titel 4)
Afdeling 1.- Inhoud en opbouw van de aanvullende vorming

  • De aanvullende vorming niveau I bestaat uit een multidisciplinaire basis-module en een specialisatiemodule niveau I
  • De aanvullende vorming niveau II bestaat uit een multidisciplinaire basismodule en een specialisatiemodule niveau II
     
  • De inhoud van de multidisciplinaire basismodule is bepaald in bijlage II.4-2
  • De inhoud van de specialisatiemodule niveau I is bepaald in bijlage II.4-3
  • De inhoud van de specialisatiemodule niveau II is bepaald in bijlage II.4-4

Hoofdstuk V.– Bijscholing van de preventieadviseurs van de interne dienst

  • Art. II.4-28.- De bepalingen van dit hoofdstuk hebben betrekking op de bijscholing, die in toepassing van artikel II.1-22, kadert in het recht en de verplichting van de preventieadviseurs om zich te vervolmaken
  • Art. II.4-29.- De bijscholing wordt jaarlijks georganiseerd en heeft betrekking op belangrijke wijzigingen of nieuwe bepalingen inzake de wetgeving over het welzijn op het werk, alsook op de vooruitgang van wetenschap en techniek in dit domein
  • De bijscholing wordt georganiseerd onder de vorm van studiedagen of seminaries van minstens drie, al dan niet opeenvolgende dagen, met betrekking tot ten minste twee vaardigheden of kennisgebieden bedoeld in de bijlagen II.4-2, II.4-3, II.4-4, II.4-5, II.4-6 en II.4-7".

Klik hier voor een volledig overzicht rond de wetgeving van preventieadviseur.

Preventieadviseur Cursus
Preventieadviseur Training
Preventieadviseur Opleiding

Snelle links

★★★★★

Praxis Training krijgt een 8.8 uit 10 op basis van 14086 beoordelingen.