Deze pagina afdrukken

Hoe asbestinventaris opmaken?

Asbestinventaris

Een abestinventaris wordt opgemaakt door een gecertificeerde asbestdeskundige volgens het inspectieprotocol van OVAM. De inspectie van de asbestdeskundige gebeurt door een plaatsbezoek waar een asbestinventarisatie wordt opgemaakt van alle aanwezige asbesthoudende materialen in een woning of constructie.

In de loop van 2022 is het verplicht om een asbestattest bij de verkoop van een constructie gebouwd voor 2001 te voorzien aan de eigenaar. Het asbestattest of asbestkeuring kan enkel opgemaakt worden door een erkende asbestdeskundige.

Verplichte handelingen plaatsbezoek asbestinventaris

De verplichte handelingen voor het opmaken van een asbestinventaris zijn de fysieke handelingen die de asbestdeskundige tijdens de inspectie ter plaatse moet en wettelijk moet uitvoeren voor de opmaak van een asbestinventarisattest. De verplichte handelingen beogen de inspecteerbare materialen te inventariseren en betreffen handelingen:

  • die kunnen worden uitgevoerd zonder onderzoeksbeperking;
  • waarbij geen materiaal wordt gedemonteerd of beschadigd, met uitzondering van:
    • het verwijderen van een stukje verf, coating, behang, kunststof of textiel om een onderliggend asbestverdacht materiaal te inspecteren of om een staal te nemen;
    • het beschadigen van asbestverdachte materialen voor staalname indien geen risico op schade achterblijft voor het normale gebruik van het gebouw.

Indien de eigenaar vrijwillig via het opdrachtformulier de opdracht gaf tot aanvullend onderzoek dan zullen meer handelingen nodig zijn dan de hier vermelde verplichte handelingen.

Te inspecteren materialen asbestinventaris

Als uitgangspunt zijn de te inspecteren materialen alle asbestverdachte materialen in het inspectiegebied ongeacht of deze onder het concept 'eenvoudig bereikbaar' vallen. De omstandigheden ter plaatse tijdens de asbestinventarisatie bepalen of de te inspecteren materialen effectief in de praktijk inspecteerbaar zijn of niet. We maken daarom een onderscheid tussen inspecteerbare en niet-inspecteerbare materialen.

De inspecteerbare materialen zijn asbestverdachte materialen waarvan identificatie en risicobeoordeling mogelijk is op basis van de inspanningsverplichtingen of op basis van visuele waarneming en expertise.

Identificatie (bepalen asbesthoudend of niet-asbesthoudend) van een materiaal kan enkel via:

  • visuele waarneming en expertise;
  • bewijsdocumenten + bevestiging via visuele waarneming en expertise;
  • laboanalyse door erkend asbestlabo.

Niet-inspecteerbare materialen asbestinventaris

Indien voor een asbestverdacht materiaal een volledige identificatie niet mogelijk is, maar een verdere volledige risicobeoordeling is wel mogelijk, dan hanteert de asbestdeskundige een bronfiche. Indien zowel volledige identificatie als volledige risicobeoordeling niet mogelijk is, hanteert de deskundige de beperkingsfiche.

Niet-inspecteerbare materialen zijn asbestverdachte materialen waarvan geen identificatie en geen risicobeoordeling mogelijk is op basis van de inspanningsverplichtingen of op basis van visuele waarneming en expertise.

Voor niet-inspecteerbare materialen rapporteert de asbestdeskundige toch asbestverdachte materialen of de vermoedelijke aanwezigheid ervan via een adviesfiche. Hierbij zijn drie mogelijkheden:

  1. redelijk vermoeden: op basis van expertise en ervaring kan de asbestdeskundige de vermoedelijke aanwezigheid van een asbesthoudend materiaal rapporteren;
  2. bewijsdocumenten: in een bewijsdocument kan melding gemaakt worden van een asbesthoudend materiaal dat echter niet (voldoende) inspecteerbaar is;
  3. aanvaarde literatuurstudies: bv. verweringsresten van asbestcementen dak- en gevelbekleding.

Asbestattest laten opmaken

Om een asbestattest te bekomen volstaat een niet-destructief onderzoek met het oog op een normaal gebruik van de woning of constructie.

Elke eigenaar kan de asbestdeskundige vrijwillig vragen om aanvullend onderzoek uit te voeren. Dit zijn onderzoeksinspanningen die standaard niet nodig zijn om een asbestattest te bekomen en dus de asbestdeskundige ook niet standaard zal uitvoeren. De deskundige is verantwoordelijk voor de correcte inhoud van dit aanvullend onderzoek en  de correcte ingave ervan in OVAM databank.

Niet-destructief onderzoek

De asbestdeskundige voert standaard een niet-destructief onderzoek uit conform de inspanningsverplichtingen beschreven in het inspectieprotocol. Een niet-destructieve asbestinventaris volstaat om een asbest attest te bekomen. De eigenaar kan de asbestdeskundige verzoeken ook destructief tewerk te gaan voor het geheel of delen van een eigendom, bijvoorbeeld met het oog op toekomstige werken.

Destructief onderzoek

Een destructief onderzoek wordt uitgevoerd bij grootschalige herstellings-, renovatie- of afbraakwerken, waarbij mogelijk ingesloten materialen beschadigd of blootgelegd worden. Bij werken die aanleiding tot blootstelling aan asbest geven, vult de opdrachtgever de asbestinventaris aan met:

  • Info over de aanwezigheid van asbest in moeilijk bereikbare delen die in normale omstandigheden geen aanleiding tot asbest geven
  • Intact materiaal dat in normale omstandigheden niet wordt beroerd, mag je door monsternemingen voor deze inventaris, wel beschadigen

Gerelateerde items (op tag)